Zowel De schilder en het meisje van Margriet de Moor als Een schitterend gebrek van Arthur Japin zijn historische romans. De Moor koos voor haar roman voor een auctoriale vertelinstantie, Japin koos voor een ik-vertelinstantie. Welke vertelinstantie heeft jouw voorkeur?
Schrijf een beschouwing van ongeveer 250 woorden waarin je de romans van De Moor en Japin wat betreft gekozen vertelinstantie met elkaar vergelijkt en jouw voorkeur beargumenteerd naar voren laat komen.
In De schilder en het meisje wordt er verteld vanuit de auctoriale vertelinstantie. Dat betekent dat de verteller geen personage uit het boek is en praat over de gevoelens van meerdere personages uit het boek. Bij Een schitterend gebrek is gekozen voor een ik-vertelinstantie. Dit betekent dat de verteller ook personage is en dat je alleen de gedachten en gevoelens van de ik-verteller leest. In De schilder en het meisje is duidelijk merkbaar dat er een auctoriale vertelinsantie is net als bij Een schitterend gebrek. Het verschil is alleen dat je bij de Moor over meerdere personages gedachten en gevoelens komt te weten en bij Japin alleen van de ik-verteller. Ik persoonlijk heb een voorkeur voor een ik-vertelinstantie, omdat je dan veel meer het boek beleeft. Als je dan echt in het boek zit, kun je jezelf heel goed inleven in het verhaal. Ik vind het ook makkelijker om een verhaal te begrijpen als je de gedachten en gevoelens van de ik-verteller weet. Daarom lijkt het mij ook veel leuker om het hele boek van Japin, Een schitterend gebrek, te lezen dan het boek van de Moor, De schilder en het meisje. Kortom ik vind de ik-vertelinstantie beter dan de auctoriale vertelinstantie, omdat ik liever meer over de ik-verteller weet dan een beetje over meerdere personages.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten