1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Ten eerste: Zomerhuis met zwembad van Herman Koch. Het boek sprak me bijzonder aan, omdat het een hele herkenbare situatie was waar toch zo iets abnormaals gebeurt. Wij gingen vroeger ook altijd met 2 (of meer) families op vakantie naar een groot huis met een zwembad.
Daarnaast: Hersenschimmen, omdat het mij heel erg deed denken aan mijn opa, die inmiddels overleden is, maar daarvoor in een lange sleur van dementie heeft gezeten. Daardoor ontroerde het boek mij heel erg, want het is onvoorstelbaar als je eigen opa je niet meer herkent.
2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?
Eigenlijk de lessen waar we puur informatie kregen over literatuur. Dat heeft me ook erg geholpen om meer interesse te krijgen in literatuur.
3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weestand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
De ervaring dat ik in het begin helemaal niet openstond voor literatuur. Daardoor was het heel moeilijk voor mij om snel door de boeken heen kwam. Ik gaf wel eens op na de helft gelezen te hebben, omdat het me te lang duurde. Ik denk dat dit kwam doordat ik vroeger nauwelijks boeken heb gelezen en daarom niet wist hoe leuk lezen kan zijn.
4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Na een tijdje heb ik toch iets bij mezelf ontwikkeld waardoor ik openstond voor de boeken. Ik ging het boek lezen zonder bij voorbaat al te denken: dit wordt toch saai. Ik kan inderdaad uit mijn leesautobiografie halen dat ik er toen totaal niet voor openstond en er totaal geen interesse voor had.
5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Ik ben wel tevreden over mijn dossier, maar ik heb wel het gevoel dat ik veel beter kon. Omdat ik in het begin niet zo hard ging, heb ik later de kans laten liggen om een boek van grote literaire waarde te lezen. Ik had mijn boekverslagen niet altijd op tijd af. Ik had nogal moeite met deadlines, maar gelukkig heb ik op een gegeven moment mezelf aangeleerd om dingen gewoon op tijd in te leveren.
6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Ik denk eerlijk gezegd dat ik me niet veel verder ga verdiepen in literatuur. Waarschijnlijk dat ik een boekje meeneem als ik een keer op vakantie ga. Ik vond het wel een hele interessante ervaring, maar toch denk ik dat ik nooit meer zo verdiept in literatuur raak als dat ik hier op school ben geweest.
7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Zoals ik ook al van verschillende mensen heb gehoord, hoeven die filmpjes in het vervolg echt niet. Niemand let op tijdens die filmpjes. Ik denk dat u het beter gewoon zelf kunt vertellen. In ieder geval op een andere manier lijkt me een beter plan.
Leesdossier Moos Arends
donderdag 6 februari 2014
Boekverslag Hersenschimmen
1. Algemene informatie
a. geef de standaardtitelbeschrijving:
i. J. Bernlef, Hersenschimmen
ii. Amsterdam, 1990, 1984
iii. 166 pagina's
b. roman
c. Het begint allemaal op een zondagmiddag in de winter. Maarten Klein staat zoals altijd voor het raam te wachten tot de schoolkinderen zich verzamelen bij de bushalte voor het huis. Maar de kinderen komen niet, en pas wanner Vera hem corrigeert, herinnert hij dat het zondag is. Hij wacht tot de lente komt. Het is niet de eerste keer die dag dat hij iets vergeet. Het is ook niet de laatste keer. Tot zijn verwondering bevindt hij zich ineens in het washok, hij kan zich niet meer herinneren wie er in ‘The heart of matter’ aan het lezen is, en wanneer Vera later met een verscheurde krant van de wc komt, zegt hij dat Robert dat gedaan heeft. Toch bezorgt iets binnenin hem een gevoel van schaamte. Hij slaapt die nacht slecht. ‘s Ochtends maakt hij een nieuwe vergissing: hij geeft Vera suiker in haar koffie, terwijl ze dat al tien jaar niet meer doet. Na het ontbijt gaat hij met Robert wandelen. Hardop in zichzelf pratend loopt hij naar het dorp. Ook in de taverne achtervolgt de verwarring hem: hij ziet het meisje achter de bar, Susan, aan voor Karen, zijn jeugdvriendinnetje. Later in het plaatselijke antiquariaat vraagt Philip Maarten hoe ‘The heart of matter’ bevallen is. Die vraag verwart hem en daarom antwoordt hij ontwijkend. Weer buiten stopt er een auto vlak voor hem. Het is Vera, die hem doodongerust vraagt waar hij de halve dag heeft uitgehangen. Bovendien heeft hij onderweg de hond vergeten. En aan vergissingen komt die dag voorlopig nog geen eind. Maarten besluit die avond vroeg naar bed te gaan. Maar de volgende dag neemt de verwarring eerder toe dan af. Het begint al als hij wakker wordt en meent dat de muren van de kamer verkeerd om heen staan. Als hij beneden niemand aantreft, gaat hij ervan uit dat Vera naar de bibliotheek is waar ze werkt als vrijwilliger. Hij ontbijt zeer ´gezond´ met een halve koude kip, ananas, leverpastei en cookies, waarna hij naar zijn werk wil gaan. De deur zit echter op slot en de sleutels zijn onvindbaar en daarom forceert hij de deur met een schroevendraaier. Buiten loopt hij naar het zomerhuis waar de IMCO zal vergaderen. Ook hier blijkt deur op slot te zitten en wederom verschaft Maarten zich de toegang met de schroevendraaier. Binnen is er niemand, ineens wordt hij misselijk en nadat hij buiten heeft overgegeven realiseert hij zich waar hij is. Hij haast zich naar huis, Vera is ondertussen ook thuis gekomen. Ze is bij dr. Eardly geweest, om Maartens toestand te bespreken. Die is zich echter van geen kwaad bewust, totdat Vera hem duidelijk maakt dat er vanochtend toch wel wat dingen zijn misgegaan. Op advies van de huisarts probeert Vera Maartens geheugen weer op te frissen met oude foto’s, maar haar inspanningen hebben weinig succes. Laat in de middag komt dr. Eardly nog eens langs, maar omdat Maarten hem niet herkent, is hij meteen op zijn hoede. De hele avond is hij bezig met het probleem van herinneren en vergeten, maar als ze naar bed gaan is zijn ongerustheid grotendeels verdwenen. Als hij de volgende ochtend opstaat, weet hij nog wel dat er iets met hem aan de hand is, maar hij ziet de ernst van de situatie niet in. Intussen komt zijn afnemend oriëntatievermogen steeds meer naar buiten. Als hij ‘s middags ziet hoe Robert vergeefse pogingen doet het huis binnen te komen, pakt Maarten een stoel en gooit die door de ruit. Dr. Eardly komt voor de derde keer langs en opnieuw voelt Maarten zich door hem bedreigt, nu is de methode Simic geboden. Karl Simic was een van Maartens collega’s bij de IMCO, die hem op een dag vertelde hoe je ‘onzichtbaar’ kon worden. Ten eerste: herhaal met beleefde glimlach de woorden van je gesprekspartner terwijl je ter ondersteuning vriendelijk met het hoofd knikt. Ten tweede: begin met alles te bevestigen, maar ontneem door veelvuldige herhaling meteen het bevestigende karakter aan wat je zegt. Loop tenslotte zonder omhaal de kamer uit, waardoor je je tegenstander in de opperste verwarring achterlaat. Het vervreemdingsproces zet door: op een dag verwart hij Vera met zijn moeder, en Phil Taylor, het meisje dat hen komt helpen leert hij al helemaal niet meer kennen. De volgende dag blijkt hij zich in bed bevuild te hebben. Hij verwijt het de twee vrouwen, zij hadden hem immers niet vast moeten binden. Naarmate de tijd verloopt, maakt Maartens denken steeds meer en vaker plaats voor simpel registreren van zintuiglijke waarnemingen. En dan zit er soms plotseling weer verband in de dingen, en is hij, korte tijd, weer in staat een normaal gesprek te voeren met anderen. Maar zijn verleden dringt steeds meer binnen in het heden, en op een van die momenten ontsnapt hij uit huis. Zonder hond echter komt er van wandelen weinig of niks en dwalend door de duinen wordt hij opgepikt door de vuurtorenwachter en naar huis gebracht. Voor Vera is de maat vol, ze kan het niet meer aan. En op advies van dr. Eardly beland Maarten definitief thuis en in bed. Tenslotte wordt hij afgevoerd naar een kliniek, waar het vooral wit is, wit. Denken is er dan voor Maarten eigenlijk niet meer bij, hij kan slechts nog waarnemen. Steeds groter wordt de desoriëntatie, en alle verband verdwijnt tussen Maartens gedachten. Tenslotte blijft er niets over van de man zoal we die in het begin van het verhaal zagen. Aan het eind van de dag wordt hij uitgekleed en krijgt hij een pyjama aan en een slaappil. Helemaal aan het eind is Vera bij hem op bezoek en vertelt ze dat het lente wordt, maar dat is voor Maarten al te laat.
2. Verwachtingen
Ik ben op t idee gekomen, omdat ik heel erg geinteresseerd was in dementie. Mijn opa heeft niet zo lang geleden heel veel last gehad van dementie dus het leek mij leuk om een boek te lezen over dementie. Ik verwachtte dat het een heel interessant boek is en dat je echt veel meer over dementie komt te weten.
3. Motieven en thema
Het thema van het boek is het proces van dementie. De geestelijke aftakeling van Maarten en alles wat dat met zich meebrengt.
De motieven zijn:
De winter en de sneeuw; Maarten vindt dat zijn dementie komt door de winter.
De vrouw van Maarten: Vera
Het accepteren van de dementie van een dierbare.
4. Beoordeling
a. schrijfstijl:
Voor J Bernlef betekenen Scandinavië, de winter en sneeuw heel veel. Hij heeft ook een aantal boeken vertaald uit het Zweeds. Dit is ook terug te zien in dit boek. Hij vertelt veel over de winter en laat de sneeuw vaak terugkomen in zijn boek. Ook beschrijft hij winterse situaties.
b. inhoud:
Tijd:
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is tijdens een hele winter. Aangezien Maarten en Vera in een koude streek wonen zal zo een winter ongeveer een halfjaar duren. De winter is heel belangrijk in het boek, omdat Maarten de winter de schuld geeft van zijn geheugenverlies.
Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Gloucester in de Verenigde Staten. Dat is een plaatje aan de oostkust van de Verenigde Staten boven Boston. Het speelt zich voornamelijk af in het huis van Maarten en Vera, maar ook af en toe op het strand, in het huisje op het strand en bij het verzorginstehuis.
5. Eindoordeel
Ik vind het boek ontroerend, omdat het me doet denken aan mijn opa. En ook omdat het een dramatische gebeurtenis is als iemand zo dichtbij je aan het dementeren is. Je krijgt echt het gevoel dat je iemand kwijtraakt en dat is heel goed beschreven.
Ik vind het boek ook erg meeslepend, omdat zo een tragische gebeurtenis altijd je aandacht pakt. En daarom word je helemaal het verhaal ingezogen.
Over het algemeen is het echt een heel erg goed boek en krijgt het van mij een 8.
6. Lijst van gebruikte bronnen
www.wikipedia.nl
www.scholieren.nl
Leesverslag de komst van Joachim Stiller
1. Algemene informatie
a. geef de standaardtitelbeschrijving:
i. Hugo Lampo, De komst van Joachim Stiller
ii. Groningen, 1998, 1960
iii. 191
b. magisch realisme
c. SamenvattingSchrijver en journalist Freek Groenevelt ziet op een dag vier wegwerkers de straat openbreken om deze daarna weer dicht te maken, onverstoorbaar als engelen. Freek besluit om hierover een stukje in de krant te schrijven. Keldermans, de wethouder van openbare werken reageert op het artikel met een brief waarin het voorval wordt ontkend. Een dag later ontvangt Freek een brief uit 1919, waarin de gebeurtenissen over de wegwerkers voorspeld worden. De redactie van het literaire tijdschrift, waarin een lasterlijk stuk over Freek staat, ontvangt ook een brief, van Joachim Stiller. Hierin staat dat Freek een belangrijke opdracht heeft en dat hij niet belasterd mag worden.
In een tweedehands-boekenwinkel ziet Freek een zestiende-eeuws boek over het einde der tijden, geschreven door Joachim Stiller. Simone Marijnissen, een vriendin van Freek, heeft inmiddels een telefoontje van Joachim Stiller gekregen: zij mag Freek niet laten gaan. Zij gehoorzaamt door haar verloving te verbreken. Freek en Simone worden verliefd op elkaar, alsof het door hogerhand bepaald is. Stiller belt Freek op om hem moed in te spreken. Na een aantal dagen vol vreemde gebeurtenissen herinnert Freek zich een Amerikaanse militair die aan het eind van de oorlog door een explosie om het leven is gekomen: majoor Joachim Stiller.
Freek en Keldermans krijgen beiden een brief van Stiller waarin staat dat hij hen op het stationsplein wil ontmoeten. Maar voordat ze Stiller kunnen spreken, wordt hij door een lergertruck overreden. Stiller wordt overgebracht naar het mortuarium. Wanneer Freek drie dagen later een bezoek brengt aan het mortuarium, blijkt het lijk verdwenen te zijn.
2. Verwachtingen
Het werd mij aangeraden door een klasgenoot, omdat ik zelf niet op een boek kon komen. Mijn verwachtingen waren dat het boek aan de saaie kant is, omdat de titel mij niet pakt. Maar mijn ongelijk is vaak bewezen dus ik was heel erg benieuwd naar dit boek.
3. Motieven en thema
Liefde en verlossing zijn de belangrijkste thema's in De komst van Joachim Stiller. Om tot verlossing te komen, moet eerst een weg van angst overwonnen worden. Liefde, angst en verlossing staan zo dicht bij elkaar, dat ze moeilijk te scheiden zijn. Liefde brengt verlossing (het besef dat alles goed is), maar tegelijkertijd is er de angst dat er geen liefde meer is. Lampo vertelt dat Freek eerst door een dal van angst heen moet, waarin hij wordt bijgestaan door de liefde van Simone Marijnissen, om vervolgens door Joachim Stiller verlost te worden. Zijn leven kan nu, met zijn liefde voor Simone, verder.4. Beoordeling
a. schrijfstijl: Hugo Lampo gebruikt veel Vlaamse uitdrukkingen, bijvoorbeeld: 'Ofschoon ik van heel deze zotte historie geen barst begrijp.'(blz 49) Ook gebruikt hij over het algemeen lange zinnen en veel bijvoeglijke naamwoorden.
b. inhoud:
Personages
Freek Groenevelt: is een 37-jarige vrijgezelle journalist bij de "Scheldebode", die door vreemde brieven in de ban van Joachim Stiller wordt genomen en door die ervaringen de nodige hulp van vrienden en kennissen nodig heeft.
Simone Marijnissen: een wiskundelerares die verbonden is aan een wetenschappelijk tijdschrift: "Atomium" Freek Groenevelt krijgt dit tijdschrift van een vriend die het zich aantrekt dat de auteurs van het tijdschrift proberen om Freek Groenevelt te schande te maken, dit geeft Freek een rede om Simone te ontmoeten waar Freek er ook achter komt dat Simone ook brieven van Joachim Stiller krijgt met de bedoeling om Freek en Simone aan elkaar te koppelen.
Joachim Stiller: de persoon die de brieven schrijft al jaren voor de personen aan wie ze gericht zijn zijn geboren.
Het lijkt of er voor Joachim Stiller geen tijd bestaat, hij leefde in de 17e eeuw. In de tweede wereldoorlog stierf hij door een bom en nu belt hij op en maakt een afspraak om Simone, Freek, Keldermans en Geert Molijn te ontmoeten.
Ruimte:
Het speelt zich af in Antwerpen, op verschillende locaties. Één van de belangrijkste hiervan is het antiquariaat van Geert Molijn. Het lijkt of op deze plaats de tijd heeft stilgestaan, het vormt daarom ook een rustpunt in de drukke stad Antwerpen.
5. Eindoordeel
Ik vond het geen spannend boek helaas, maar wel een heel mysterieus boek, omdat op het einde Joachim Stiller na 3 dagen uit het mortuarium verdwijnt.
Ik vond het boek ook best wel moeilijk om doorheen te komen, omdat Hugo Lampo veel lange zinnen heeft geschreven.
Als ik naar mijn verwachtingen keek, heeft het daar toch wel aan voldaan. In tegenstelling tot andere boeken die ik heb gelezen met een saaie titel, was dit boek wel aan de saaie kant. Het was ook moeilijk om te begrijpen.
6. Lijst van gebruikte bronnen
http://www.boekverslag.nl/Verslag/De+komst+van+Joachim+Stiller/wikipedia.nl
woensdag 9 oktober 2013
Boekverslag Bint
A
Auteur: Ferdinand Bordewijk
Titel: Bint
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2012
Druk (jaar van eerste uitgave): 33e (1934)
Aantal pagina's: 101
B
Genre: dystopie
C
Samenvatting:
De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen.
De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime of de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk. De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee. Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek.
Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen a.h.w. uit zijn lijf, en twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66). De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk. “De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school.
Auteur: Ferdinand Bordewijk
Titel: Bint
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2012
Druk (jaar van eerste uitgave): 33e (1934)
Aantal pagina's: 101
B
Genre: dystopie
C
Samenvatting:
De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen.
De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime of de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk. De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee. Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek.
Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen a.h.w. uit zijn lijf, en twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66). De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk. “De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school.
Specifieke opdracht:
A
Kenmerken van de nieuwe zakelijkheid:
- Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
- Weinig plaats voor gevoel
- Geen versieringen of mooischrijverij
- Korte zinnen, zoeken naar de essentie, reportagestijl
- Eerbied voor de gewoonste dingen
- Maatschappijkritiek
- Scherpe tegenstellingen
- Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
- Weinig plaats voor gevoel
- Geen versieringen of mooischrijverij
- Korte zinnen, zoeken naar de essentie, reportagestijl
- Eerbied voor de gewoonste dingen
- Maatschappijkritiek
- Scherpe tegenstellingen
B
Hier een voorbeeld van ko
woensdag 29 mei 2013
Verwerkingsopdracht Romantiek 3b
Max havelaar is representatief voor de romantiek
Het gevoel is ook belangrijk. In het boek worden de karakters goed beschreven waardoor je bij iedereen weet hoe ze zich voelen. Ook krijg je daardoor goed een bepaalt beeld bij iedereen.
donderdag 16 mei 2013
Boekverslag leesgroep
Algemeen deel opdracht
leesgroep: ‘Het bittere kruid’ van Marga Minco
Dit verslag gaat over de
opdracht ‘Leesgroep’. Deze leesgroep bestond uit Moos, Tim, Daan en Jannick. We
hebben ‘Het bittere kruid’ van Marga Minco gelezen en daarna besproken.
Verwachtingen
Voordat
iedereen het boek ging lezen hebben we allemaal een verwachting opgeschreven.
De verwachting is gebaseerd op de titel en de achterkant. Niemand van ons
groepje kon de connectie vinden tussen de titel en hetgeen wat op de achterkant
stond, namelijk: ‘Het bittere kruid’
beschrijft het leven van een joodse familie in de Tweede Wereldoorlog… Wij waren allemaal van mening dat een
bitter kruid niet veel te maken heeft met het leven van een joodse familie in
de oorlog.
Daan verwachtte een spannend
verhaal, omdat het boek over de oorlog gaat. Tim had juist geen hoge
verwachtingen van het boek. Hij had al gehoord van anderen dat het niet zo’n
spannend boek was en het onderwerp vond hij nogal cliché. Ook Moos had geen hoge verwachtingen van het
boek. Hij vond de voorkant er saai en niet spannend uitzien en na het lezen van
de achterkant verwachtte hij een saai oorlogsboek. Jannick had daarentegen wel positieve
verwachtingen. Het onderwerp leek hem wel interessant, omdat hij eigenlijk nog
nooit een oorlogsboek had gelezen.
Titelverklaring
Wij dachten na het lezen
allemaal hetzelfde. ‘Het bittere kruid’ is niet echt een typerend groepje
woorden waarbij je gelijk denkt: ‘Bitter kruid? O ja, natuurlijk, dat gaat over
Joden in de Tweede Wereldoorlog.’ Het verhaal gaat ook niet over bitter kruid,
maar het wordt wel één keer genoemd in het boek in een hoofdstuk met dezelfde
naam, als de ouders van de ik-persoon worden meegenomen naar Amsterdam. De
ik-persoon denkt terug aan vroeger en ze denkt aan seideravond. Ze aten dan
altijd ongezuurd brood en bittere kruiden; het is een Joodse traditie om de
uittocht uit Egypte symbolisch te vieren. Het woordje bitter kan ook worden
opgevat als de periode in de oorlog: met veel tegenslagen en verdriet. Verder
heeft dit niets met het verhaal te maken en als het weggelaten was, veranderde
dit niks aan het verhaal.
Personages
Ook bij de personages waren er
geen verschillende opvattingen. Het is eigenlijk allemaal feitelijk wat je
leest en na wat overleg corrigeer je elkaar een beetje en pas je je eigen
mening aan. Uiteindelijk kom je dan allemaal tot dezelfde
personagebeschrijvingen:
Ik-persoon: de naam van de
ik-persoon wordt niet gegeven. Het boek is een autobiografie, dus de ik- en
gelijk de hoofdpersoon is Marga Minco. Uit het boek kan je wel opmaken dat de
ik-persoon vrouwelijk is. In het begin is ze nog onwetend (weet ze niks van het
gevaar van de Duitsers) en heeft ze er net als haar vader het volste vertrouwen
dat het allemaal goed komt. Marga ondergaat veranderingen in de loop van het
verhaal, typerend voor een hoofdpersoon.
Vader: Van vader is niet veel
bekend. Hij is optimistisch en heeft in het begin het volste vertrouwen dat het
allemaal goed komt; ‘Hier zal ’t zo’n
vaart niet lopen.’
Moeder: Van moeder is ook niet veel bekend. Ze is
bezorgd en erg zorgzaam.
Dave: Dave is de broer van
Marga. Van hem is ook niet veel bekend, behalve dan dat hij dapper is en dat
hij getrouwd is met Lotte. Hij kent veel onderduikadressen en nam een drankje
wat zijn gezondheid verslechterde, zodat hij werd afgekeurd voor een werkkamp.
Lotte: Lotte is de vrouw van
Dave. Van Lotte weten we ook niet veel. Ze kan het goed vinden met Marga en is
net als de moeder een zorgzaam type.
Bettie: Bettie is de zus van
Marga en ze is 1 jaar ouder. Van Bettie krijg je het minste te weten, alleen
dat ze dapper was. Toen Marga en Bettie vroeger gepest werden, liep Bettie
gewoon door de pestende menigte heen in plaats van een blokje om te lopen.
Setting,
perspectief, tijd, stijl
Deze
onderwerpen zijn allemaal feitelijk, dus we kwamen allemaal tot dezelfde
conclusie.
Setting: Het verhaal speelt zich
af in Breda, Amersfoort, Amsterdam, Utrecht, onderduikadressen op het
platteland en Zeist. (in die volgorde)
Perspectief: Het verhaal wordt
verteld vanuit het ik-perspectief. Je
leest mee met de gevoelens en gedachten van de ik-persoon.
Tijd: Het verhaal speelt zich af
tijdens de Tweede Oorlog. Het verhaal begint als Nederland net bezet wordt door
de Duitsers en het verhaal eindigt net na de oorlog. Het verhaal wordt
chronologisch verteld met bijna geen flashbacks. Het verhaal bevat een aantal
tijdsprongen en de verteltijd is korter dan de vertelde tijd. Ook zijn er een
aantal vertragingen als je bijv. de gedachten van Marga te zien krijgt.
Stijl: De stijl is simpel. Er
worden geen moeilijke woorden en constructies gebruikt. Wel staan er een aantal
Joodse woorden in het boek, maar de betekenis van die woorden kun je achterin
het boek in de woordenlijst achterhalen.
Thema en
motieven
Het thema van het boek is: De
problemen die de Joden ondervonden en hoe ze daar mee omgingen.
De motieven
zijn:
Oorlog: Het verhaal speelt zich
af in de oorlog en het komt telkens terug.
Angst: De familie leefde in
angst, bij alles wat ze deden was er de kans gepakt en vervolgd te worden.
Dood: Iedere naaste van de
hoofdpersoon gaat dood. Haar familie werd opgepakt en vermoord. Dat wordt
steeds herhaald in het boek.
Verboden: Alle verboden die de
Joden hadden worden in het boek genoemd. Ze mochten bijv. niet met de trein
reizen en geen gebruik maken van openbare voorzieningen zoals de bioscoop. De
hoofdpersoon gaat tegen de verboden in.
Eindoordelen
Nadat we het boek allemaal
gelezen hadden, hebben we de eindoordelen besproken. Daan was teleurgesteld.
Hij had een spannend oorlogsboek verwacht. Hij vond dit echter bij het lezen
van het boek niet het geval. Tim vond het ook geen superleuk boek. Hij vond het
onderwerp nog steeds cliché, maar hij vond het wel leuk om zich in te kunnen
leven in de personen in de oorlog. Moos vond het verhaal niet erg spannend,
omdat er vrij weinig gebeurde. Ook zijn verhalen over de Tweede Wereldoorlog
niet zijn favoriete boeken. Hij vond het
verhaal mooi, omdat het echt gebeurd was en hij zich er nu een voorstelling bij
kon maken hoe het er tijdens de oorlog aan toe ging. Jannick vond het een leuk
boek om te lezen. Hij vond het interessant dat hetgeen wat je las niet
verzonnen was, maar dat de schrijfster dat allemaal heeft ervaren. Ook heeft
het hem een betere kijk gegeven op de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog.
Over de opbouw van het boek
waren we het allemaal wel eens. Het boek is niet erg dik en het taalgebruik is
simpel. De zinsconstructies zijn ook niet moeilijk dus het las wel lekker door.
We vonden dat allemaal erg prettig, omdat we boeken waar je veel moeite voor
moet doen om ze te begrijpen niet leuk vinden.
Het enige wat we jammer vonden
aan het boek is dat we de gebeurtenissen en de verhaallijn al van te voren
konden raden. Onverwachte gebeurtenissen waren er niet bij. Maar we kunnen het
de schrijfster niet kwalijk nemen, want ze kan haar eigen levensverhaal niet
verdraaien als ze een autobiografisch boek schrijft.
Als we het boek een cijfer
moesten geven dan gaf Tim het boek een 6, Moos en Daan het boek een 6,5 en
Jannick het boek een 8.
Persoonlijk deel
opdracht leesgroep
We hebben een aantal discussies gehad in onze leesgroep, maar deze gingen goed. Meningsverschillen waren er wel, maar na een kort overleg waren deze vrijwel verdwenen. We hebben elkaar kunnen overtuigen en kwamen bij de meeste gevallen ongeveer op dezelfde conclusie.
Ik heb geleerd van deze opdracht hoe het is om in groepsverband een boek te lezen. Het was leuk om te zien hoe van zo een kort boek toch zo verschillende meningen uitkwamen. Verder heb ik geleerd om echt een boek te bespreken en dat dit beter is dan in je ééntje.
Het leesniveau van dit boek was 3 en hiermee kon ik goed overweg. Het was makkelijk te lezen en we waren het allemaal eens over het feit dat ons volgende boek in ieder geval één niveau hoger wordt en misschien wel twee.
woensdag 3 april 2013
Verwerkingsopdracht
Imaginair Reisverhaal
Sjaak en de bezemkast
Ergens in het centrum van Amsterdam, vlakbij de grachten,
woonde een jongen. Een jongen die nogal maling had aan het leven om hem heen.
Zeker ‘naar school gaan’ zat hem niet zo lekker. Sjaak de Wit was zijn naam. Op
school werd hij ‘Slak’ genoemd. Simpelweg, omdat hij een hele trage jongen was
en hij niet echt opviel. Elke ochtend vroeg op en weer naar die stomme school
toe. Hij ging wel, maar er waren er maar weinig die echt doorhadden dat Sjaak
aanwezig was. De leraren hadden zo hun meningen over Sjaak. Één van die leraren
was meneer Van Loon. Deze manier was er helemaal niet van gediend dat Sjaak
niks uitvoerde in de les. En op een dag was de maat vol bij meneer Van Loon.
Hij viel uit het niets uit tegen Sjaak. Sjaak schrok ervan, want hij had zoiets
zelden meegemaakt. Meneer van Loon was witheet en het ging van kwaad tot erger.
Sjaak ging er ook vol tegenin en het werd er niet beter op daardoor. ‘’Waarom
bestaan er kinderen zoals jij?!’’ schreeuwde meneer Van Loon. En dat was het
moment waarop het Sjaak allemaal te veel werd en hij besloot het lokaal uit te
rennen. Hij kon alleen maar denken: ‘’Weg van deze aardbol, ik wil hier nooit
meer terugkomen.’’ Al de verplichtingen die Sjaak had, daar kon hij niet meer
mee leven. Hij rende alle trappen omhoog, kwam bij de bezemkast, ging naar
binnen en deed het licht uit. Hij zat op de grond in de bezemkast in het
pikkedonker. Heerlijk vond hij dit. Hij was even ontvlucht aan het
verschrikkelijke leven op school.
Er was nou zo een 3 kwartier verstreken en Sjaak vond het
wel genoeg geweest in de bezemkast. Hij besloot om weer terug te gaan, de
leraar te confronteren en gewoon weer door te gaan met het normale leven op
school. Sjaak realiseerde zich dat hij eigenlijk geen keus had. En dan gebeurd
er iets heel vreemds. Hij opent de deur en verwacht gewoon de gangen van school
te zien. Maar schijn bedriegt. Het zijn helemaal de gangen van school niet, het
lijkt er niet eens op! Sjaak knijpt zichzelf om even te testen of hij niet
droomt. ‘’Au!’’ roept hij. Sjaak loopt de deur uit en beseft niet wat er aan de
hand is.
Zoveel kleuren, zoveel mooie dingen. Een strakblauwe lucht
en de zon die heerlijk op zijn gezicht schijnt. Het lijkt allemaal niet echt.
Voordat hij nog kan genieten van het mooie uitzicht, wordt Sjaak besprongen
door een aantal rare wezens. Hij weet niet wat hem overkomt en terwijl hij
onder de rare wezens ligt, hoort hij ze tegen elkaar praten. ‘’Dit ziet er
geweldig uit, het werd wel eens tijd voor een nieuw maaltje!’’ ‘’Nee!’’
schreeuwt Sjaak, ‘’Ik ben niet te eten!’’ Waarop één van de wezens zegt: ‘’Dat zullen wij wel
bepalen, raar schepsel dat je bent.’’ Sjaak is heel erg bang, bang dat dit het
einde is van zijn leven. Opgegeten worden door wezens, waarvan hij niet eens
van weet dat ze bestaan. Toch is dit wel het einde van Sjaak. De wezens hebben
een geweldige avond en vonden mensenvlees toch wel het lekkerste vlees wat ze
ooit op hebben. De avond eindigt en de leider zegt: ‘’Nu maar wachten tot die
deur weer eens opengaat.’’
Abonneren op:
Reacties (Atom)